Naam: Mohammed
➢ Titels: Mahdi, Hujjat, Qaem, Montazer, Sahib Zaman, Baqiyat-allah (1)
➢ Vader: Imam Hassan al-Askari (as), de 11e Imam.
➢ Moeder: Narjis Khatoon, prinses van Rome en nakomeling van Profeet Isa/Jezus (2)
➢ Geboorte: 15 Sha’ban, in het jaar 255 A.H. in de stad Samarrah (3)
Geboorte Imam Mahdi
De Profeet Mohammad (saww) heeft aangegeven dat de zoon van Imam Hassan al-Askari (as), genaamd Mahdi, zal verschijnen om alle soorten corruptie en tirannie te bestrijden en te verwijderen. Hierdoor was de corrupte Abbasidische regering van plan om hem om te brengen bij zijn geboorte. Daarom werd de geboorte van Imam Mahdi geheim gehouden, zoals dat ook gebeurde bij de profeet Ibrahim (as). Zodoende verliepen de eerste jaren van zijn leven redelijk vreedzaam. Dit veranderde toen hij op vijfjarige leeftijd zijn vader verloor. (4)
Martelaarschap van Imam Hassan al-Askari (as)
Toen de 11e imam, Hassan al-Askari (as) begreep dat zijn martelaarschap dichtbij was, kondigde hij de leiderschap van Imam al-Mahdi (aj) aan, en hij stelde Imam al-Mahdi (aj) voor aan zijn naaste vertrouwelingen en betrouwbare volgelingen. (5) Hierbij gaf Imam Hassan al-Askari (as) aan dat Allah (swt) de aarde nooit zonder een Goddelijk Bewijs (in de zin van een vertegenwoordiger van God) heeft gelaten. Dit is al zo sinds de schepping van de profeet Adam (as) en dit zal zo zijn tot de Dag des Oordeels. Dus ook na Imam Hassan al-Askari (as) zal er een imam zijn op aarde, namelijk mam al-Mahdi (aj). Imam al- Mahdi (aj), die tevens dezelfde naam als de profeet Mohammad (saww) heeft, zal de aarde vullen met gerechtigheid en rechtvaardigheid. Hij zal twee keer een ‘ghayba’ ( = dit betekent dat hij voor een bepaalde periode niet zichtbaar zal zijn voor de buitenwereld) ondergaan. Tijdens deze periode zal niemand veilig zijn, behalve degene die standvastig in hun geloof, en bidden voor de terugkeer van Imam al-Mahdi (aj). (6)
Na het martelaarschap van Imam Hassan al-Askari (as) werd Imam al-Mahdi (aj) verantwoordelijk voor het leiden van de sjiieten. Op dat moment bezat Imam Mahdi al alle kwaliteiten en kennis die door Allah (swt) aan de vorige Imams was geschonken. Dit was al eerder gebeurd met de profeet Yahya (John) en de profeet Isa (Jezus) die in hun kinderjaren al een profeet werden. (7)
De Ghayba
Volgens Imam Ja’far al-Sadiqh (as) kent Imam al-Mahdi (aj) in zijn leven twee periodes van ‘ghayba’; een korte ghayba en een lange ghayba. (8) De eerste, en tevens de korte ghayba van Imam al-Mahdi (aj) begon zoals eerder vermeld meteen bij zijn geboorte. In deze periode was hij verborgen voor de meeste mensen. Een uitzondering hierop waren bepaalde volgelingen van Imam al-Mahdi (aj) waar hij wel contact mee had. (9) Deze mensen waren tussenpersonen die bijvoorbeeld vragen die de rest van de mensen hadden, voorlegden aan Imam al-Mahdi (aj). Dit was helaas de enige manier om Imam al-Mahdi (aj) te beschermen tegen zijn vijanden. Nadat de laatste volgeling van Imam al-Mahdi (aj) waar hij direct contact mee had overleed, begon de tweede, en lange ghayba van Imam al-Mahdi (aj). Verder is het niet bekend tot wanneer de huidige ghaiba zal duren. Zowel de heilige profeet Mohammad (saww) als de twaalf imams hebben nooit een bepaalde tijdsperiode aangegeven voor de terugkeer van Imam al-Mahdi (aj). Sterker nog, Imam Mohammed al-Baqhir (as) geeft aan dat degene die een specifieke tijd aangeeft voor de terugkeer van Imam al-Mahdi (aj) een leugenaar is. (10)
Tot zover de ghayba. Gerelateerd aan de ghayba zijn bepaalde vragen, zoals: hoe is het mogelijk dat Imam Mahdi al zo lang leeft? Kan dat überhaupt wel? Om hier een antwoord te vinden, blijf ons volgen!
اللهم صلِ على مُحمدٍ وآل مُحمد وعجل فَرجهمْ
(1) Al Fusoolul Muhimma, p. 292, Noor al-Absaar p. 168.
(2) Kamaaluddin, vol. 2, p. 420,424.
(3) Kamaaluddin, vol. 2, p. 428, 433 424,430.
(4) Al-Kaft, vol. 1, p. 503.
(5) Baqir Sharif al-Qureishi, ‘The life of Imam al-Mahdi’ – Clarification of Imam Hasan Askari (a.s.) on the Imamate of the Awaited Imam (a.s.)
(6) Sheikh Saduqh, ‘Kamaluddin’, p. 216.
(7) Qur’an Surah Maryam, vers 12 and 30.
(8) ‘Ithbatul Hudat, vol 7, p. 69.
(9) Zie bijvoorbeeld Rijal Mamaqani, vol 1, p. 30.
(10) Biharul Anwar, vol 52, pp. 104-117; Biharul Anwar, vol 52, p. 103.